Inzetten op Esperanto Languages translation jobs
Home More Articles Join as a Member! Post Your Job - Free! All Translation Agencies
Advertisements

Inzetten op Esperanto



Become a member of TranslationDirectory.com at just $12 per month (paid per year)





(Uitgesproken voor UNESCO op 16 december 1986 ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het verschijnen van Esperanto in de wereld. De toespraak schetst de geschiedenis van deze internationale taal)

See also other languages' versions
English Français Nederlands

Claude Piron Het startpunt

       Alles begint in de jaren 1870. Bialystok is dan een viertalige stad: men spreekt er Pools, Jiddisch, Russisch en Duits. In dit grote dorp, dat deel uitmaakt van het keizerrijk van de tsaren wordt een jongen pijnlijk psychologisch getroffen als gekruisigd tussen vier gemeenschappen, vier geloven, vier talen, vier alfabetten, vier veten. Daar, veel meer dan elders word je gecatalogeerd gewoon door je uit te drukken. Ofwel stel je je bloot aan minachting, ofwel verzeker je je van medeplichtigheid. Elke gebeurtenis speelt zich af op een achtergrond van op de spits gedreven etnisch-culturele identiteiten. Als een Pool een administratief probleem te regelen heeft is het ondenkbaar dat de Russische ambtenaar de taal van zijn aanspreker gebruikt, maar is het met de dood in de ziel en wraaklust in het hart dat de Pool zijn vraag brabbelt in het Russisch.

       Rilke heeft ooit gezegd dat een schrijver schrijft omdat hij het niet kan laten. De jonge Zamenhof heeft de grondslagen van het Esperanto gelegd om dezelfde reden: hij kon niet anders dan het doen. In Bialystok werden de culturele identiteiten beleefd als wederzijds agressief. Welnu, de eerste uiting ervan was de taal, en het accent. In die context is de taal van de andere gebruiken niet alleen haar een meerwaardigheid toekennen, waartegen de eigenliefde in opstand komt, het is ook zichzelf een eindeloze reeks grammaticale, lexicale en fonetische acrobatieën opleggen, het is een terrein doorlopen, dat bezaaid is met valstrikken, die daar net lijken gelegd te zijn om je belachelijk en minderwaardig te maken.

       Dat klimaat van vijandigheid en vernedering bezorgt de gevoelige en hoogbegaafde jonge Zamenhof een trauma. De toestand is ondraaglijk. Er moet iets gebeuren opdat iedereen, terwijl hij toch zijn eigen cultuur bewaart, zou kunnen communiceren met anderen zonder deze socio-culturele identiteitstrauma's, die de inslag vormen van het dagelijkse leven in Bialystok.

       Daarvoor is een taal nodig die aan geen enkel volk hoort en waarvan de structuren de natuurlijke beweging van de taaluitdrukking volgen, een taal waarin men geen acrobatie moet doen, een taal die toegankelijk is voor de kleinen, de onaanzienlijken, de gewone mensen. Met het naïeve geloof van zijn jeugd zet de jongeman zich aan het werk, koppelt de onverbiddelijke logica van de kindertijd, die nog zo dicht bij ligt, aan de methode van de kunstenaar, die schoonheid nastreeft en zijn kunstwerk steeds weer polijst en herpolijst.

       Hoeveel kans op slagen heeft hij? Laat ons redeneren, als u dat wil, zoals bij een weddenschap. Zou u ingezet hebben op het werk van een jongen van 17-18 jaar, verloren in een provinciestadje van het platteland, die zich ingespannen had voor een taak boven zijn macht: de aanzet geven aan een nieuwe taal?

Een geschiedenis van beproevingen.

       Laat ons deze geschiedenis stap voor stap hernemen. De vader van de jonge man zendt hem ver weg om te gaan studeren en doet hem beloven te stoppen met zijn taalspelletjes. Is het niet realistisch te voorzien dat de jongen de dwaasheid van zijn project gaat inzien? In feite gaat hij er mee door. Als hij 27 is beslist hij de vrucht van zijn werk te publiceren. Hij loopt alle uitgevers af. Maar die mensen zijn niet gek: niemand moet er van weten. Hij zal dus op eigen kosten een klein, onaanzienlijk brochuurtje laten drukken, want hij heeft nauwelijks geld. Hoe hoog liggen zijn kansen om die te verspreiden, zonder toegang tot een net van boekenwinkels? Zou u op dat ogenblik ingezet hebben op hem, op een volstrekt onbekende?

       Het project krijgt toch enkele aanhangers, vooral in het Russische keizerrijk. Een tijdschrift komt te verschijnen in dit beginsel van taal. Tolstoi, enthousiast gemaakt, begint er in te schrijven. Maar hij valt in ongenade en de tsaristische censuur verbiedt die publicatie, het enige bindmiddel tussen de eerste gebruikers. Als u dat nieuws zou opgevangen hebben, zou u er dan op wedden dat geleidelijk een levende taal zal ontstaan uit een project dat zo slecht gestart was?

       Maar het leven is niet logisch. In de vijf werelddelen ontdekken mensen die taal en beginnen ze te leren. De taalkundigen steken er de draak mee: elke spreker, zeggen ze, zal slachtoffer zijn van zijn fonetische, grammaticale en semantische gewoonten. Die mensen zullen elkaar niet verstaan. Op wie wedt u op dat ogenblik? Op de jonge amateur, of op de unanieme specialisten?

       Zeker, op het eerste congres, dat gehouden wordt in Boulogne-sur-Mer in 1905, verstaan de taalgebruikers elkaar perfect, maar waarom zou men een kleine groep fantasten ernstig nemen? Voor het oog van de Parijse salons, die in die tijd de toon aangeven aan iedereen en over alles is de taal niet gemaakt om aantrekkelijk te zijn. Ze zit vol k's en j's, en medeklinkers voorzien van belachelijke circonflexes. Ze geeft een indruk van vreemdheid en barbaarsheid. Heel de intelligentsia van de wereld, of toch bijna, verwerpt ze. Het gemis aan realiteitszin van de auteur blijkt overigens uit de domme keuze van medeklinkers met een circonflexe, die in geen enkele drukkerij voorhanden zijn, met als gevolg dat, als men iets in die taal wil publiceren, men moet beginnen met nieuwe drukletters te laten gieten. Kom, zeg, een beetje gezond verstand! Wie wedt, als was het maar op het overleven van die taal, gooit zijn geld door het venster.

       De oorlog van 1914 breekt uit. Zamenhof overlijdt. Dames en Heren, wil uw inzet doen... Wie wil inzetten op die wezentaal, symbool van relaties onder gelijken in een wereld die geschud wordt door de wet van de sterkste?

       We komen in de jaren 20. In de Volkerenbond stelt de Iraanse delegatie voor Esperanto aan te nemen voor de internationale betrekkingen. Algemene verbijstering! En gevechtstelling bij de grote mogendheden. Dit project moet begraven worden, gevaarlijk voor onze culturele suprematie!. Die staten hebben invloed en ze zijn rijk, hun afgevaardigden deinzen niet terug voor de ergste kwade trouw. Eens te meer wordt het project belachelijk gemaakt en aan de kant geschoven. Eerlijk gezegd, is het daarop dat u zou gewed hebben?

       Nu krijgen we de opkomst van Stalin en Hitler. Voor Hitler is Esperanto de taal van de samenzwering van Joden en Vrijmetselaars, voor Stalin is het die van het kosmopolitisme van de bourgeoisie. In de jaren 40 hebben deze twee mensen de macht over bijna het hele Europese vasteland. Esperanto wordt verboden, de voorraad boeken wordt vernietigd, veel van zijn voorstanders worden opgesloten in de concentratiekampen. In Japan, in China, in Spanje, in Portugal passen de regimes die aan de macht zijn tegenover Esperanto een minder gewelddadige politiek toe, maar die toch in dezelfde zin wijst. Op welke andere afloop zou u in die periode redelijkerwijze wedden, tenzij op het nabije einde van Esperanto?

       Het einde van de tweede wereldoorlog ziet de opkomst van de simultaanvertaling. Die lost schijnbaar het communicatieprobleem in de congressen en conferenties op, maar in feite vermomt ze slecht een evolutie die aan het Engels een onbetwiste suprematie verleent. Het is beslist voor allen dat het Engels naar het monopolie streeft voor de internationale betrekkingen. Het is de taal van de persagentschapen, de multinationals, de wetenschappelijke edities zowel als van de chansons, waarop de jeugd in de hele wereld danst, gekleed op zijn Amerikaans.

De huidige toestand

       Tegenover Goliath is Esperanto een David, klein, zo goed als onzichtbaar. Als men er zijn rivalen naast ziet, welke redelijke mens gaat daar nu nog op wedden? Hoe inzetten op een taal die door geen enkele grote sociale beweging gesteund wordt, waar de geldmachten niet van weten, waar de media het zwijgen over doen, die door de intelligentsia afgekamd wordt of doodgeboren verklaard? Overvloedig aangevallen gedurende heel zijn geschiedenis, zowel op politiek als op ideologisch vlak, heeft het geen enkele medestander, geen enkele hulp van buitenaf. Op lange termijn waar het beeld de baas is, heeft het de middelen niet om publiciteit te maken. Om zich uit te breiden bezit het alleen maar zijn intrinsieke kwaliteiten.

        En toch, als men zich baseert op objectieve criteria, zoals de productie van boeken, de deelname aan internationale vergaderingen, de geografische oppervlakte, gedekt door de kleine aankondigingen van de Esperantopers, het aantal manifestaties, de regelmatige uitzendingen in de radio, het aantal plaatsen waar de taal van Zamenhof vertegenwoordigd is, enz.., bemerkt men dat met hoogten en laagten, die de wisselvalligheden van het politieke en economische leven volgen, Esperanto nooit opgehouden heeft zich te verbreiden en dat, vooral sedert een tiental jaren, zijn vooruitgang een opmerkelijke versnelling kent.

       Waar dertig universiteiten Esperanto onderwezen in 1976 telt men er dit jaar 125, wat neerkomt op een verviervoudiging in tien jaar tijd. Esperanto dient als voertaal voor een aanzienlijke literaire productie, die zich steeds verder ontwikkelt. Het is in de wereld de taal, waarin men het grootste aantal chansons vertaalt. Het wordt elke dag in de radio gesproken in landen, die zo verschillend zijn als China en Polen. Het is het dagelijkse communicatiemiddel van talrijke binationale koppels. Het is de moedertaal van een zeker aantal kinderen. En, zoals de objectieve studie van de verhouding doeltreffendheid/ kost toont, heeft het in de interculturele communicatie heel duidelijk de overhand op Engels of beroep doen op vertaling en simultane vertolking.

       Als u dat kleine brochuurtje van Zamenhof zou in handen gehouden hebben in 1887, zou u zich dan hebben ingebeeld dat een kleine eeuw later, het uitgebreidste internationale congres van de hele Chinese geschiedenis in Peking zich zou afspelen in deze taal, waarvan u de heel nieuwe kiem toen voor ogen hield? Zou u toen gewed hebben dat er in 1986 geen enkele dag zou voorbijgaan, dat niet ergens in de wereld een conferentie, een congres, een internationale ontmoeting zou gehouden worden in Esperanto? Dat is nochtans de werkelijkheid.

De rol van de individuele affectie

       Deze tweespalt tussen verstandige weddenschappen en de verifieerbare realiteit zou bij ons vragen moeten opwerpen. In feite vertrekken al die negatieve beoordelingen vanuit een zelfde fout: men laat na de realiteit te verifiëren, dat wil zeggen vast te stellen hoe Esperanto werkt in de praktijk door vergelijking met de andere communicatiesystemen, die in gebruik zijn in de interculturele situaties. Overigens overschat men de externe druk en onderschat men de rol van de individuele affectie in een proces van linguïstieke uitbreiding en levenskracht.

       Als de taal van Zamenhof een grotere levenskracht vertoont dan zekere andere talen met officieel statuut, zoals het Gaëlisch en het Rheto-Romaans, is het omdat het menselijk wezen graag schept, speelt, vrij is en liefheeft.

       De structuren van Esperanto stimuleren de taalcreativiteit, die in de andere talen bij iedereen onderdrukt wordt vanaf de eerste stap in de school. Ze geven aan de taal een speelse kleur die de afkeuring opwekt van mensen, die zichzelf ernstig nemen, maar die beantwoordt aan een belangrijke psychologische vraag, die in ons diepste ik ankert. Door zijn grammaticale, lexicale en stilistische soepelheid geeft Esperanto een gevoel van vrijheid van expressie, die geen enkele taal in dezelfde mate verleent, en dit zonder lange jaren van studie op te leggen. En vooral laat het toe echte en duurzame vriendschap aan te knopen over de cultuurgrenzen heen, en beantwoordt het zo aan een affectieve nood aan die veel dieper is dan men gewoonlijk aanneemt.

       Feit is dat in een eeuw bestaan Esperanto over de hele oppervlakte van de aarde ontelbare vriendschapsnetten geweven heeft tussen personen van alle sociale lagen, van alle culturele milieus. Op dat gebied is er geen rivaal.

       Het zou met recht neerkijken op allen die sedert een eeuw hun weddenschappen tegen Esperanto verliezen. Maar dat is niet zijn stijl. Het dringt zich niet op. Het heeft er genoeg aan te bestaan en te leven. Het is ter beschikking van wie het spel wil spelen. Discreet, ja onzichtbaar, voor wie de voorkeur geeft aan duurdere, onrechtvaardige en ingewikkeldere systemen. Terecht bedroefd omdat men het zo dikwijls houdt voor wat het niet is en omdat men nog steeds zo slecht beseft wat het kan bijbrengen in de betrekkingen tussen de volkeren, niet alleen aan vriendschap en gemak, maar ook aan rechtvaardigheid en aan respect voor de ieders taalwaardigheid.

Vertaald door Ir Leo De Cooman

 










Submit your article!

Read more articles - free!

Read sense of life articles!

E-mail this article to your colleague!

Need more translation jobs? Click here!

Translation agencies are welcome to register here - Free!

Freelance translators are welcome to register here - Free!









Free Newsletter

Subscribe to our free newsletter to receive news from us:

 
Menu
Recommend This Article
Read More Articles
Search Article Index
Read Sense of Life Articles
Submit Your Article
Obtain Translation Jobs
Visit Language Job Board
Post Your Translation Job!
Register Translation Agency
Submit Your Resume
Find Freelance Translators
Buy Database of Translators
Buy Database of Agencies
Obtain Blacklisted Agencies
Advertise Here
Use Free Translators
Use Free Dictionaries
Use Free Glossaries
Use Free Software
Vote in Polls for Translators
Read Testimonials
Read More Testimonials
Read Even More Testimonials
Read Yet More Testimonials
And More Testimonials!
Admire God's Creations

christianity portal
translation jobs


 

 
Copyright © 2003-2024 by TranslationDirectory.com
Legal Disclaimer
Site Map